Vuurwerkramp
Rond de vuurwerkramp blijft het idee knagen dat ,,er meer moet
zijn''. ,,Het is moeilijk te accepteren dat één man zoiets groots heeft
veroorzaakt.'' Morgen maakt de aanklager zijn strafeis bekend.
Opwinding bij de Groesbeekzaal, waar het gerechtshof Arnhem getuigen
heeft gehoord. John Peters, de advocaat van de dissidente
rechercheurs, vertelt in de hal aan verslaggevers dat een derde rechercheur
de verklaring van zijn collega's op een belangrijk punt
ondersteunt. Advocaat-generaal Welschen komt net uit de rechtszaal lopen en
blijft nieuwsgierig op gehoorsafstand staan. Dat zint Peters niet.
,,Misschien wil meneer Welschen weggaan; u hoort het vanmiddag wel.''
Welschen druipt af, mompelend dat hij het ,,toch wel in de krant zal
lezen''.
Het voorval is illustratief voor het hoger beroep in de strafzaken van
de twee directeuren van SE Fireworks en André de V.,
wegens brandstichting tot vijftien jaar cel veroordeeld. Het patroon: een
getuige-deskundige of een van de advocaten werpt stof op
met een verklaring waarvan in de rechtszaal vervolgens weinig overblijft.
Met name de rechercheurs Paalman en De Roy van
Zuydewijn proberen via advocaat Peters hardnekkig hun punt te maken:
Openbaar ministerie en politie hebben zich ten onrechte geconcentreerd op
De V. Na zijn aanhouding in januari 2001 is naar andere mogelijke
verdachten geen serieus onderzoek meer gedaan, vinden ze. De kritiek van
de rechercheurs is weer aanleiding voor nieuwe speculaties en
complottheorieën.
De vuurwerkramp in Enschede was wereldnieuws. De
gebeurtenissen op zaterdag 13 mei 2000 hadden - naar westerse maatstaven -
ongekende gevolgen: door het ontploffen van een
vuurwerkopslag werden 22 mensen gedood, bijna duizend mensen gewond en een
complete wijk verwoest. De televisiebeelden wekten ongeloof en ontzetting.
Zoiets kon in Nederland toch niet gebeuren?
Sinds 13 mei 2000 is veel duidelijk geworden. SE Fireworks kreeg van
de gemeente Enschede en het ministerie van
defensie alle ruimte om uit te breiden en zwaar evenementenvuurwerk op te
slaan in niet tegen brand en explosie beveiligde bunkers, garageboxen en
zeecontainers. De directeuren, Rudi Bakker en Willie Pater, zijn door de
rechtbank Almelo veroordeeld omdat ze zich niet gehouden hebben aan de
milieuvergunning. André de V. moet vijftien jaar zitten wegens opzettelijke
brandstichting.
Advocaat-generaal Welschen, de aanklager bij het gerechtshof, maakt morgen
zijn strafeis bekend. Het gerechtshof doet uitspraak op 12 mei, een dag
voor de derde herdenking van de vuurwerkramp. Daarmee zal
het boek niet gesloten zijn, verwacht ir. Bas van den
Heuvel van adviesbureau MSNP in Enschede.
Van den Heuvel heeft drie
jaar lang wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de ramp en zodoende
intensief contact onderhouden met OM en politie. ,,Er blijft een gevoel van
onbehagen bestaan. De vuurwerkramp is iets heel groots. Het is heel
moeilijk om je voor te stellen dat iemand als André de V. zoiets groots zou
hebben veroorzaakt. Politiemensen hebben aangrijpende ervaringen opgedaan,
kort na de ramp en in de dagen daarna. Voor sommigen is het emotioneel
moeilijk te accepteren dat alleen De V. het heeft gedaan. Dus blijven mensen
zoeken, met het idee dat er meer moet zijn. Maar vooralsnog is het een
grote zaak met een klein mannetje.''
Het hoger beroep heeft geen echte doorbraak opgeleverd over de toedracht
van de vuurwerkramp, het 'eerste vlammetje'. Er zijn wel
nieuwe puzzelstukjes op tafel gelegd. Brandexpert Vos kwam met de theorie
dat een gaslek mede heeft geleid tot de enorme explosies. Directeur Bakker
ziet met de gas-theorie zijn overtuiging bevestigd dat ,,het geen vuurwerk
geweest kan zijn''. Marion Schippers, de vriendin van
directeur Pater, blijkt het over 'twee bommen' te hebben gehad. ,,We moeten
maken dat we wegkomen, want er liggen nog twee bommen'', zei ze kort na de
explosies tegen EHBO'ers.
En dan zijn er nog mensen die zich door het hoger beroep ineens allerlei
zaken 'herinneren'. 'Er is op 13 mei bij SE Fireworks gewerkt.' 'Een
huisarts heeft die dag al om 11.30 uur vuurpijlen zien opstijgen.' 'Willie
Pater had het vlak voor de ramp over 'ballen van een meter
doorsnee' die de hele wijk konden wegvagen.' Na verhoor door politie of
gerechtshof verdampten deze verhalen.
De advocaten van Bakker, Pater en De V. konden de
verklaringen wel gebruiken om de kwaliteit van het
politie-onderzoek in twijfel te trekken. Bakkers advocaat Plasman zei na
een getuigenverhoor schamper dat ,,het hof vandaag politiewerk heeft zitten
doen''.
Onderzoeker Van den Heuvel
vindt deze kritiek maar zeer ten dele terecht. Openbaar ministerie en
politie hebben naar zijn waarneming 'integer' gewerkt;
individuele politiemensen en onderzoekers zijn 'kundig en ervaren'. ,,Wat
ze hebben gedaan, is best goed, maar er was wel meer uit te halen geweest.
De bestaande kennis en inzichten zijn te weinig bij elkaar gebracht. Dat
heeft geleid tot communicatiestoornissen. Iemand gaf door dat luchtfoto's van
SE Fireworks eentwintigste seconde na elkaar zijn gemaakt. Dat werd
verstaan als twintig seconden. Dat misverstand is pas een paar maanden
later aan het licht gekomen. Maar het onderzoek is ook zo groot en
veelomvattend; dat is voor één persoon niet te overzien.''
OM en politie hebben de vuurwerkramp volgens Van den
Heuvel te weinig als technisch incident beschouwd. ,,De
volgtijdelijkheid van gebeurtenissen speelt een grote rol.
Maar het OM heeft de ramp meer gezien als een strafrechtelijk vergrijp,
waarbij het de vraag is wié het heeft gedaan en niet wát er feitelijk is
gebeurd.''
Systematischer onderzoek volgens internationale protocollen had OM en
politie blamages kunnen besparen. De ondergrondse gasleidingen bleken niet
onderzocht. Pas tijdens de schouw van het
Fireworks-terrein op 10 februari dit jaar stuitte brandexpert Vos op
restanten van leidingen. Brokstukken van
zeecontainers zijn niet bij elkaar gezocht om de explosies te
reconstrueren. ,,Met een adequatere beschrijving was er een meer op de ramp
toegespitste basis voor het strafproces geweest en hadden de rechtbank en
het hof getuigen gerichter kunnen horen'', zegt Van den
Heuvel. Hij waagt zich niet aan een oordeel of dat ook
meer verdachten zou hebben opgeleverd.
Op hoofdlijnen houdt het onderzoek volgens Van den
Heuvel wel stand. De directe oorzaak van
de vuurwerkramp is nog steeds niet bekend, maar het vervolg wel. ,,Fysisch
is er niet zoveel vreemds gebeurd bij SE Fireworks. Er is vuurwerk onploft
en niets anders.'' Het 'mysterie' van bewaarplaats C11 is
natuurkundig te verklaren. Van het centrale bunkercomplex
is alleen onder C11 een 'indeuking' van 1,30 bij 13,5
meter ontstaan. Dat duidt volgens directeur Bakker en een
explosievendeskundige op de aanwezigheid van springstof.
Nee, zegt Van den Heuvel,
de ontploffing van het vuurwerk kon zo hevig zijn doordat
deze werd aangejaagd door de eerdere explosie van een
zeecontainer. Voor de indeuking is een simpele verklaring: de grond onder
C11 was al verzakt vanwege een oud stortgat. Het terrein werd vroeger
gebruikt door een kolenhandel.
André de V. heeft vlakbij de ontploffing gestaan getuige de
vuurwerksporen op zijn sportbroek. Die sporen ontstaan alleen als
evenementenvuurwerk ongecontroleerd ontploft. Het Nederlands Forensisch
Instituut stelt dat De V. 'minder dan honderd meter' van
ontploffend vuurwerk heeft gestaan. Van den
Heuvel vindt het NFI te voorzichtig. Volgens een
rekenmethode van het Amerikaanse FBI heeft De V. eerder op
twintig meter afstand gestaan. Nadere bestudering van het
NFI-materieel ondersteunt deze conclusie.
Officieel loopt er nog steeds een gerechtelijk vooronderzoek naar 'NN',
voor het geval er nog een nieuwe verdachte van
brandstichting zou opduiken. Het Tol-team van de politie
Twente hoort nog steeds getuigen over de gebeurtenissen op 13 mei 2000.
Tussen de aantoonbaar verzonnen verhalen en verwarde fantasieën kan nog
altijd de 'missing link' te voorschijn komen. Van den
Heuvel: ,,Er zijn mensen die meer van de
ramp weten. Daar gaan ze aan kapot omdat ze er met niemand over kunnen
praten. Op een gegeven moment zal iemand gaan praten om schoon schip te
maken. Daarom wordt het politiedossier niet gesloten.'' 
Zaterdag 13 mei 2000
Het beeld van de vuurwerkramp vóór en na het 'eerste
vlammetje' is door getuigenverhoor bij het hof en nader onderzoek
completer geworden. Openbaar ministerie en politie waren er steeds van
uitgegaan dat de brand in de werkruimte van het
bunkercomplex (C2) is begonnen. Volgens brandexpert F. Vos ligt het begin
van de brand echter in de naastgelegen stookruimte (C1).
Hierbij is gas vrijgekomen. Gas is waarschijnlijk de brandstof geweest van
de enorme steekvlam tussen bunkercomplex, zeecontainers en garageboxen
waarvoor de brandweer op de vlucht sloeg. Dit gebeurde vlak voordat de
zeecontainer E2 in brand raakte en explodeerde.
Wat gebeurde er op zaterdag 13 mei 2000 vóór de eerste brandmelding (om
14.59 uur) op het terrein van SE Fireworks? Getuigen
hebben het over het gecontroleerd afsteken van vuurwerk
vóór 14.45 uur. Toen de brandweer aankwam, was de deur van
loods G niet afgesloten, evenals zeecontainer E2 die een cruciale rol
speelde in de reeks van vernietigende explosies die om
15.33 uur begon. Tevens is een open ('gemanipuleerd') hangslot van
een zeecontainer teruggevonden dat de politie nog onderzoekt. Volgens
onderzoeker B. van den Heuvel
zijn er een of meerdere mensen op het terrein geweest die vuurwerk uit
bewaarplaatsen hebben gehaald. Op foto's die vóór de explosies zijn
genomen, zijn al resten van vuurwerk op de grond te zien
evenals lokale schade aan gebouwen. ,,Mogelijk is bij het uitproberen van
het vuurwerk iets misgegaan.'' De twee dissidente rechercheurs spreken van
'een uit de hand gelopen bedrijfsongeval'.
Alleen de klusjesman van SE Fireworks zegt die zaterdag
op het terrein te zijn geweest om een drukspuit te lenen. Hiervoor zijn
verschillende tijdstippen gegeven, uiteenlopend van
11.30 uur tot 13.30 uur. Een oproepkracht heeft ook geen sluitend alibi.
Hij zou rond het middaguur twee uur zijn weggeweest om gehuurd
gereedschap terug te brengen. De oproepkracht had met directeur Bakker
afgesproken dat hij omstreeks 16.00 uur naar SE Fireworks zou komen om
een tekstbord op te halen. Directeur Pater vindt het vreemd dat de
oproepkracht hem niet heeft gevraagd om het tekstbord ('Henk 70') te
maken; ze zijn zwagers.
Verschillende werknemers en oproepkrachten van SE
Fireworks zijn na de ramp veroordeeld voor illegale vuurwerkhandel. Ze
verkochten professioneel vuurwerk aan particulieren. Onenigheid tussen
Bakker en Pater in de week voor de ramp kan voor anderen aanleiding zijn
geweest om op zaterdag vuurwerk weg te halen. Mogelijk ligt daar een
verklaring voor de aanwezigheid van onbekenden op het
bedrijfsterrein terwijl er geen vuurwerkshow of -transport was.
|
|